Europese première van ALL I CAN SAY tijdens IDFA op vrijdag 22 november

Shannon Hoon, zanger van de rockband Blind Melon, filmde zichzelf van 1990-1995 met een Hi8-camera. Zelfs tot een paar uur voor zijn plotselinge dood. Van de honderden uren aan beeldmateriaal van zijn leven met familie, de band, internationale optredens en de worsteling met zijn drugsverslaving is nu de documentaire ALL I CAN SAY gemaakt. De Europese première hiervan is op vrijdag 22 november in De Brakke Grond tijdens IDFA in Amsterdam in het bijzijn van regisseurs Danny Clinch, Taryn Gould, Colleen Hennessy, Blind Melon bandleden Christopher Thorn en Rogers Stevens en Shannons dochter Nico Hoon.

Experimentele en persoonlijke beelden
Shannon Hoon begon zichzelf te filmen in 1990 vlak voor de vorming van Blind Melon en twee jaar voor hun doorbraak met het nummer No Rain, waarvan de videoclip een hit werd op MTV. In de jaren daarna werd de camera zijn ‘dagboek’. Hij filmde alles: van de nominatie van de Grammy Awards tot politieke televisiebeelden en heel persoonlijke beelden zoals de geboorte van zijn dochter tot zijn drugsgebruik. Ook ontmoetingen met beroemdheden zoals met Lenny Kravitz komen voorbij. Op 21 oktober 1995 overleed Hoon aan een overdosis drugs – een maand nadat hij 28 jaar was geworden. Hij liet zijn vriendin en hun pasgeboren dochtertje na. Ook voor niet-Blind Melon fans is de documentaire interessant: het verhaal laat de mooie en duistere kanten van roem zien. De intieme docu geeft een beeld van Hoons korte leven en worstelingen, de opkomst van Blind Melon en de alternatieve muziekscene in Amerika en, dankzij televisie- en concertfragmenten en videoclips, ook een tijdsbeeld van de jaren ’90, een tijdperk vlak voordat Internet de wereld veranderde. Vorige maand won de documentaire de prijs van Beste Documentaire op het New Hampshire Film Festival in de Verenigde Staten.